Havik

Engelse naam:(Northern) Goshawk
Volwassen havik, foto: Chris van Rijswijk, www.birdshooting.nl
Volwassen havik
Foto: Chris van Rijswijk, www.birdshooting.nl

Volwassen havik, foto: Adri Hoogendijk, www.sdgpictures.nl
Volwassen havik
Foto: Adri Hoogendijk www.sdgpictures.nl

Vliegbeeld havik
Vliegbeeld havik
21 mei 2005

Havik handpennen
Handpennen
Boven: van juveniele vogel. Onder: volwassen vogel

Havik armpennen
Armpennen
Boven: van juveniele vogel. Onder: volwassen vogel

Havik staartveren
Staartveren
Bovenste: mannetje, onderste: vrouwtje

Jonge havik
Jonge havik
3 september 2004

Jonge havik op nest
Jonge havik op nest
30 juni 2006

Latijnse naam:Accipiter gentilis
Lengte:Mannetje: 50 cm (49 - 56 cm)
Vrouwtje: 60 cm (58 - 64 cm)
waarvan 20 - 27cm staart
Spanwijdte:Man: 93 - 105 cm
Vrouw: 110 - 127 cm
Gewicht:Man: 690 gr. (520 - 900 gr.)
Vrouw: 1200 gr. (1000 - 1300 gr.)
Max. Leeftijd:Man 10 jaar, vrouwtje 17 jaar
29 jaar in gevangenschap
Gem. levensverwachting 4,5 jaar
Aantal paren:6 - 8 in Hoeksche Waard Oost
1500 - 1800 in Nederland
Aantal eieren:1 - 5, meestal 3 of 4
Eileg:half maart - begin mei, gem. 4 april
Leginterval:2 - 3 dagen
Broed vanaf:2e of 3e ei
Broedduur:40 - 42 dagen
Nestjongduur:36 - 40 dagen
Takkeling stadium: *3 - 4 weken
Geslachtsrijp na:10 maanden
* jongen zijn al uitgevlogen maar worden nog in de buurt van het nest gevoerd door de ouders.


Kenmerken
In vlucht is de havik te herkennen aan lange staart en relatief korte, brede vleugels. Bij volwassen vogels is de bovenzijde grijsbruin tot leigrijs, de onderkant is wit met een fijne, donkere dwarsbandering. Jonge vogels hebben een meer bruine bovenzijde met lichtbruine veerranden en een crèmekleurige onderzijde met bruine lengtestrepen. Haviken hebben een lichte wenkbrauwstreep boven het oog. De iris is bij nestjonge vogels flets groengrijs, bij jonge vogels geel en bij volwassen vogels donker oranje. Haviken hebben hele krachtige poten. Het mannetje is aanzienlijk kleiner dan het vrouwtje.


Gelijkende soorten
De havik is een grotere versie van de sperwer: een "sperwer" zo groot als een buizerd is duidelijk een havik vrouwtje en een "havik" zo groot als een turkse tortel is duidelijk een mannetje sperwer.
Lastiger is het onderscheid tussen een mannetje havik en een vrouwtje sperwer: die kunnen qua afmetingen gemakkelijk worden verward. De havik geeft een stevigere indruk dan een sperwer en heeft een tragere, krachtigere vleugelslag en de staart heeft meer afgeronde hoeken.


Veren
Naarmate haviken ouder wordt verdwijnen bij sommige exemplaren de lichte banden in de handpennen, dit geldt echter niet voor alle volwassen haviken: anderen behouden de lichte banden zoals bij de juveniele veer.
De armveer van de juveniele havik is duidelijk bruiner dan de veer van een volwassen exemplaar, ook is de lichtebruine rand van jonge vogels goed te zien.


Geluid
Klik hier voor het geluid Het geluid van de havik is meeestal vroeg in het seizoen te horen. Hier hoort u 2 typen: het langerekte buizerdachtige 'juhije' (contactroep van het vrouwtje) en het snellle keh-keh-keh-keh dat door beide geslachten als contact en alarmroep wordt gebruikt. Deze laatste roep wordt ook wel kekkeren genoemd.


Verspreiding
De havik komt op het hele noordelijk halfrond voor: Delen van Noord-Amerika, Europa, Azië en een klein stukje Afrika (Marokko).


Habitat en leefwijze
Een havik is een typische bosvogel maar jaagt ook in (half)open landschap. Haviken geven de voorkeur aan gevarieerde landschappen met veel dekking, waarin bossen en open vlakten elkaar afwisselen omdat hun verrassingsaanval techniek daar het beste werkt. Ze jagen soms ook vanaf grote hoogte waarbij ze de omgeving afspeuren en hun prooi proberen te slaan met een snelle stootduik.

Haviken gaan, tegen hun natuurlijke schuwheid in, ook steeds meer in de buurt van verstedelijkt gebied leven, dit blijkt lang niet zo slecht te gaan. Onderzoek met gezenderde vogels (in Hamburg, Duitsland) wees uit dat hun jachtvluchten gemiddeld meer succesvol zijn dan bij "landelijk wonende" haviken en dat ze gemiddeld minder jachtvluchten uitvoeren in een kleiner jachtgebied (1000Ha).

Haviken verdedigen een gebied van enkele honderden meters rond het nest: soortgenoten van hetzelfde geslacht worden uit het territorium verjaagd. Onderzoek (met gezenderde vogels) heeft uitgewezen dat hun jachtterrein veel groter is, het varieert van 500Ha tot soms meer dan 6000Ha (in Finland zelfs gemiddeld 63 Km2 voor vrouwtjes en 99 Km2 voor mannetjes).


Voedsel
Voornamelijk levende vogels: duiven, lijsters, kraaiachtigen en spreeuwen (maar ook konijnen) vormen de hoofdmoot. Andere roofvogels en uilen ontsnappen ook niet aan de keuken van de havik het gaat dan voornamelijk sperwer en ransuil. De prooien zijn soms slechts 15 gram maar soms ook zwaarder dan een kilo. Mannetjes pakken kleinere prooien dan vrouwtjes.


Broedgedrag
De balts kan bij goed weer al in december en januari beginnen. Dan wordt er, vooral 's morgens, met diepe vleugelslagen boven het territorium rondjes gevlogen waarbij de witte onderstaart dekveren worden uitgespreid, het zogenaamde "vlaggen".

In de nawinter wordt er een nest (gemiddeld op 12 meter hoogte) gebouwd of wordt het bestaande nest van vorig jaar opgeknapt. Het zijn vaak flinke nesten, soms broeden er zelfs andere zangvogels in (bv winterkoning, gekraagde roodstaart of kuifmees).

Haviken leggen hun eieren van half maart tot begin mei, het vrouwtje blijft dan ongeveer 3 maanden continue op het nest, gevoed door het mannetje. Vanaf het moment dat de jongen 3 weken oud zijn verlaat het vrouwtje steeds vaker het nest om mee te gaan jagen. De jongen blijven zo'n 40 dagen in het nest, daarna gaan ze als zogenaamde "takkeling" de buurt rond het nest verkennen: eerst een sprongetje naar de volgende tak, daarna een korte vlucht naar de volgende boom en zo verder. Mannetjes beginnen eerder met de omgeving rond het nest te verkennen dan vrouwtjes. Als takkeling worden ze nog zo'n 3 tot 4 weken gevoerd en dan verlaten ze het territorium van de oudervogels.


Trek
Nederlandse haviken zijn standvogels, dat wil zeggen dat ze het gehele jaar in hun territorium blijven en dus niet wegtrekken in de winter. Geringde haviken worden meestal op slechts enkele tientallen kilometers van hun geboorteplaats teruggemeld, gemiddeld (mannetjes en vrouwtjes) op 17Km van hun geboorteplek. Oudere vrouwtjes op gemiddeld 35 Km, vrouwtjes lijken zich dus op grotere afstand van hun geboorteplek te vestigen dan de mannetjes. Het gaat dan eigenlijk alleen maar om dispersie (het verspreiden van uitgevlogen jongen). De grootste afgelegde afstand is 296Km, helaas ging het om een havik die in haar eerste levensjaar in de DDR werd neergeschoten. Haviken uit Scandinavië maken grotere omzwervingen: de grootste vastgestelde afgelegde afstand is ruim 1700 Km.