Nestbouw door Zwarte Wouw langs het Hollandsch Diep

Gerard Ouweneel

Zwarte wouw
Zwarte wouw
4 mei 2007, Buitendijk, nabij APL-polder
Nadat Dick van Houwelingen (DH) op 19 april 2007 een Zwarte Wouw waarnam boven de APL-polder bij Strijensas, zag Menno Korbijn (MK) er tijdens de Hoeksche Waardse vogeldag van 5 mei eentje cirkelen boven het oostelijk deel van de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen (ABH). Dat oostelijke deel betreft de z.g. Buttervlietpolder, een kleine zich buiten de hoofdwaterkering bevindende akkerbouwpolder, die van het Hollandsch Diep gescheiden is door een verwilderde griend. Ingeklemd tussen de Buttervlietpolder en de Hoogezandsche Gorzen ligt een graslandje, met de naam het Weitje van de Koning. De hoofdwaterkering wordt gemarkeerd door een lange rij oude, hoge populieren, waarvan tijdens de meeste stormen er tegenwoordig wel een paar omtuimelen. Deze bomen zitten onder de granaatscherven, die ze opliepen in winter 1944-45, toen de geallieerden vanuit het tegenover liggende Noord-Brabant de in de Hoeksche Waard gelegerde Duitse bezetters bestookten (med. J. van Rij). Al bij al bestaat het oostelijk deel van de ABH uit een gevariëerd landschap met ook binnendijks een omvangrijke aanplant en lange houtsingels. Omdat het gebied is gesloten voor het publiek, is de rust verzekerd. De nabijheid van het Hollandsch Diep is nog een extra factor van belang om de sector aantrekkelijk te maken voor roofvogels.

De dag na 5 mei ging Peter de Barse (PB) poolshoogte nemen. Nog fietsend door de aan de ABH grenzende polder Raepshille, zag PB richting ABH een Zwarte Wouw vliegen met een tak in een van de poten. De vogel verdween achter een boomsingel, in de buurt van de eerder genoemde rij oude peppels. Gejaagd spoedde PB zich naar het grenshek van de ABH. Daar gearriveerd zag hij een Zwarte Wouw naderen, die landde op een van de akkers van de ABH. Even later volgde een tweede exemplaar, die zo'n vijf meter verwijderd van de eerste neerstreek. Ingelicht door PB, zagen later op de ochtend MK, diens vader en Janus Verkerk een van de vogels. Er ging een telefoontje naar Gerard Ouweneel (GLO), die met Hans Westerlaken (HW) voor zomer 2007 een broedvogelinventarisatie van ABH-buitendijks op het programma had staan. GLO was op Texel. De doorgeschakelde telefoonverbinding was beroerd, zodat de mededeling over waargenomen Zwarte Wouwen wel doorkwam, maar de takkensjouwerij niet. De daaropvolgende dagen zagen diverse waarnemers verschillende Zwarte Wouwen langs de zuidrand van de Hoeksche Waard (tabel 1).

Terugkerend van een inventarisatieronde liep GO op 18 mei de hoofdwaterkering af richting grenshek. Op de kruin rustte een roofvogel, die hij dankzij de lichtere kop en de kleine snavel direct herkende als een Zwarte Wouw. Hoog uit een van de aan de rechter dijkvoet staande populieren vloog een tweede grote roofvogel weg, die direct verdween achter de bomen, wellicht een tweede exemplaar. Op slag herinnerde GLO zich PBs' telefoontje van eerder die maand. Hij concentreerde zich op de eerste vogel, die tussen de bomen heen en weer bleef vliegen. In een van de peppels bevond zich een fors nest, op wel 15 meter hoogte, geconstrueerd in de oksel van een zware tak. Het nest vertoonde vers blad en een flard plastic. Na wat te hebben rondgevlogen tussen en boven de peppels, verdween de eerste Zwarte Wouw eveneens. Na de mede-inventariseerder HW te hebben ingelicht, spoedde GLO zich naar Maasdam om daar Zwarte Wouwen-literatuur te bestuderen.

Op de avond van de 21e mei gingen HW en GLO naar ABH-oost. In de nabijheid van het nest vloog hoog uit een boom een Zwarte Wouw op. Wellicht was er weer een tweede vogel. Beide verdwenen terstond. Omdat rust een vereiste was en bovendien nog niet met zekerheid een Zwarte Wouw op het nest was gezien, besloten GLO en HW de zaak voorlopig voor zich te houden. Wel werd de eigenaar van het gebied ingelicht, J. van der Eyk. Omdat van der Eyk voor zijn bedrijf in Zuidelijk Flevoland meermalen bij het Grauwe Kiekendievenproject betrokken was, kent deze het klappen van de zweep als het gaat om zeldzame roofvogels.

Bij snelle controles op 28 mei, 30 mei en 3 juni door GO respectievelijk HW waren geen activiteiten te bespeuren, zodat aannemelijk werd dat de vogel)s) het bij nestbouw hadden gelaten, waardoor MKs' Zwarte Wouw van 22 mei de laatste waarneming was.

Deze nestbouw door (een) Zwarte Wouw(en) past in een beeld, zij het dat een geval in West-Nederland wel opmerkelijk is. Van Manen (2002) meldt twee zekere broedgevallen, in 1984 en 1996, en voorts nog 'enkele vage aanwijzingen'. De laatste jaren waren er broedpogingen in de Gelderse Poort in 2005 en 2006 en in 2006 ook in Limburg (med. A. Boele). Hoe zomer 2007 verliep is thans (juni) nog niet bekend, maar in ieder geval broedde een paartje bij Kranenburg, achter Nijmegen, een paar kilometers Duitsland in. (med. R. Vogel).

Het kan zijn dat de nabijheid van de half geinundeerde APL-polder, een paar honderd meter van de nestplaats, mede een factor van betekenis was. In de warme maand april 2007 was de vis er vroeg bij om te paaien. Er raken dan nogal eens exemplaren vast op de ondiepe, lange oeverstroken met wisselende waterstanden, waardoor ze omkomen. Voor aaseters die Zwarte Wouwen ook zijn, dus een aantrekkelijke locatie om aan voedsel te komen. Rond de maandwisseling april-mei kwamen er nogal wat Zwarte Wouwen door in Nederland. Indien dan een of meer exemplaren in elkaars onmiddellijke nabijheid een aantrekkelijk voedselgebied en broedbiotoop aantreffen, dan blijven ze wellicht hangen. Op grond van het feit dat Jan Groen nog in juni nog een Zwarte Wouw zag boven de Esscheplaat en Raimond Taal op 26 juni een exemplaar waarnam boven de leidingstraat, is aannemelijk dat in ieder geval een vogel in de buurt gebleven is.


Waarnemingen van Zwarte Wouwen langs de noordoever van het Hollandsch Diep in het voorjaar van 2007.
19 april 1 ex. Oeverlanden Hollands Diep (DH)
2 mei 2 exx. Westzijde Oeverlanden (Ron Baggerman), waarvan later 1 ex. over de Esscheplaat richting oost vloog (HW)
5 mei 1 ex. Boven ABH-oost (MK e.a.)
6 mei 2 exx. Vliegend en aan de grond ABH-oost (PB, MK e.a.)
12 mei 2 exx. Vliegend/zwevend boven ABH-oost (PB, MK)
13 mei 2 exx. Doorkomend boven Numansdorp, richting west (HW)
18 mei 1 ex. wellicht 2 vogels, rond nest ABH-oost. (GLO)
21 mei 1 ex., wellicht 2 vogels, rond nest ABH-oost (GLO, HW)
22 mei 1 ex. Vliegend boven ABH-oost (MK)
28 mei 28 mei en nadien: geen activiteiten bij nest.


Literatuur:
  • Harrison, C. 1978. Elseviers Broedvogelgids. Nesten, eieren en jongen van alle in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten broedende vogels. Elsevier, Amsterdam.
  • Manen, W. van. 2002. Zwarte Wouw Milvus migrans pp. 152 in: SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002.
  • Atlas van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000.- Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis , KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland. Leiden.

Peter de Barse
Menno Korbijn
Gerard Ouweneel
Hans Westerlaken