* jongen zijn al uitgevlogen maar worden nog in de buurt van het nest gevoerd door de ouders.
Kenmerken
In vlucht zijn de boomvalken te herkennen aan hun slanke gestalte met lange, spitse, sikkelvormige
vleugels. Boomvalken hebben een kenmerkende zwart-witte koptekening met een zwarte baardstreep en
een lichte wangvlek. Met name de achter het oog omhoogstekende witte vlek is typisch voor de
boomvalk. De bovenzijde is donker bruingrijs en de onderzijde heeft dikke, donkere lengtestrepen
op een lichte ondergrond met een donkerrode " broek".
Jonge vogels zijn meer bruinachtig aan de bovenzijde, met lichtbruine veerranden. De onderzijde,
keel en wangen zijn meer crèmekleurig i.p.v. het wit van de volwassen vogels. Ze hebben een
blauwgrijze washuid terwijl deze geel is bij de adulte vogels.
Boomvalken hebben vaak lichte vlekken op de donkere nek, de vorm en aantal van deze nekvlekken
kan worden gebruikt om de vogels individueel te herkennen. Mannetjes en vrouwtjes hebben hetzelfde
uiterlijk maar verschillen in grootte. Mannetjes hebben een iets snellere en hogere roep dan vrouwtjes.
Gelijkende soorten
In Nederland zou de boomvalk kunnen worden verward met de torenvalk en de slechtvalk. De torenvalk
is ongeveer even groot maar mist de contrastrijke koptekening en is totaal anders gekleurd,
bovendien heeft de boomvalk een kortere staart en langere vleugels.
De slechtvalk is een grotere valk maar met name de jonge valken kunnen nog al eens tot verwarring
leiden; beide soorten zijn bruin van boven met lichte crèmekleurige onderzijde met lengtestrepen.
Slechtvalken missen de omhoog gerichte witte wangvlek van de boomvalk. Als de staart is samengevouwen
dan liggen de middelste staartpennen bovenop en is bij gunstige omstandigheden goed te zien dat
de middelste 2 staartpennen van boomvalken ongestreept zijn en die van slechtvalken gestreept.
Veren
De veren hiernaast zijn allemaal van een jonge boomvalk, het zijn van boven naar beneden:
2 handpennen, een armpen, buitenste staartpen en de middelste staartpen (niet gestreept).
Geluid
Het geluid van een boomvalk is een hoog en snel herhalend kiew-kiew-kiew.
Klik op het speaker-symbool om het geluid te horen !
Verspreiding
De boomvalk komt als broedvogel voor in het grootste gedeelte van Europa (behalve het uiterste noorden)
en in Rusland en Azië. Ze overwinteren in zuidelijk Afrika, Pakistan, Afghanistan en zuidelijk China.
Habitat en leefwijze
De boomvalk bewoont zeer diverse landschaptypes: bossen, heidevelden, open of halfopen cultuurland
tot en met bebouwde kom. De boomvalk bouwt zelf geen nest en is daardoor afhankelijk van oude nesten
van andere vogels, meestal nesten van kraaien. De boomvalk broed bijvoorbeeld in bosranden, parken,
solitaire bomen en hoogspanningsmasten.
Boomvalken jagen ook op aanzienlijke afstand van hun nestplaats, zelfs enkele kilometers
(meestal 2 - 3 km) heen en weer vliegen is geen probleem voor ze. Het broedterritorium wordt
tegen eigen soortgenoten verdedigd, maar jachtgebieden van buurparen kunnen overlappen.
Kraaiachtigen en grote roofvogels worden fel uit de omgeving van het nest verjaagd. Vaak komen
boomvalken jaar na jaar terug in hetzelfde territorium maar gebruiken dan meestal een ander nest,
herbezetten van het nest van vorig jaar gebeurd zelden. Met hun lange slanke vleugels zijn boomvalken
snelle jagers maar niet wendbaar: ze hebben dan ook open gelegen nesten nodig met een betrekkelijk
vrije af- en aanvliegroute zoals in boomtoppen of op hoogspanningsmasten.
Voedsel
Boomvalken jagen in open landschappen op insecten en kleine vogels (b.v. zwaluwen, spreeuwen, mussen).
Schijnbaar moeiteloos zweven ze op vlakgehouden vleugels om ineens zijdelings uit te zwenken om met
één poot een libel te pakken. De boomvalken eten de gevangen insecten al vliegend op. Zolang er jongen
zijn wordt er overwegend op vogels gejaagd die met een stootduik of soms ook in een lage vlucht worden
gevangen.Boomvalken zijn vakkundige jagers: bij ruim 850 vangpogingen van libellen waren er maar
maximaal 7% van de pogingen mis (R. Bijlsma).
Broedgedrag
Boomvalken arriveren in eind april op hun broedplek van vorig jaar. De partners blijven waarschijnlijk
zolang ze leven bij elkaar, soms wordt er op de broedplaats een nieuw paar gevormd. Er wordt
gedurende 2 - 4 weken gebaltst. In deze fase biedt het mannetje prooien en meerdere nestenplaatsen
aan en wordt er veelvuldig geroepen.
Zoals gezegd bouwen ze zelf geen nest maar gebruiken oude nesten van andere vogels, voornamelijk die
van kraaien. Omdat jonge kraaien al eind mei kunnen uitvliegen en boomvalken pas in juni met broeden
beginnen kan het nest ook nog in hetzelfde jaar worden hergebruikt. Een deel van de populatie
(gemiddeld 10%) gaat niet tot broeden over.
Gedurende de 4 weken dat de eieren bebroed worden gedragen de boomvalken zich zeer stil en onopvallend,
de eieren worden vrijwel alleen door het vrouwtje bebroed en het mannetje zorgt voor voedsel. Begin
juli komen de jongen uit het ei. Omdat de nesten vaak erg open zijn worden de jongen bij hitte door
het vrouwtje met gespreide vleugels afgeschermd tegen de zon. Als de jongen 4 weken oud zijn beginnen
ze uitstapjes te maken.
De jongen vliegen in augustus uit en verblijven nog 2 tot 4 weken in de buurt van het nest en zijn dan
zeer luidruchtig: als de ouders met voer aankomen wordt er luid roepend gebedeld. Als de jongen wat
handiger zijn geworden wordt de prooi in de lucht overgenomen. Vanaf de 2e week na het uitvliegen
beginnen de jongen zelf prooi te vangen. Half september trekken ze weg, in deze korte tijd moeten ze
leren om hun eigen kostje bij elkaar te vangen.
Trek
De boomvalk is een echte trekvogel: ze vertrekken vanaf eind augustus naar het zuiden en overwinteren
dan in zuidelijk Afrika, 8000 km verderop. Eind april / begin mei keren ze weer terug, dat wil zeggen
als het meezit want de reis is niet zonder risico: in het Middellandse-Zeegebied vind nog veel illegale
afschot plaats. Alleen al op het eiland Malta worden elk jaar naar schatting zo'n 500-600 boomvalken
geschoten. Voor wat de dispersie betreft: veel jonge boomvalken, vooral mannetjes, vestigen zich later
weer op enkele tientallen kilometers van hun geboorteplek.
|